Oude buurtjes.
Vanaf het Pompplein is het een paar stappen lopen in de richting van de vuurtoren naar de Smidstraat, waar op de hoek van de Noorderstraat nog een oud vissershuisje staat, het enige op deze plek dat in de oorlog gespaard is gebleven. Hier voorbij is een trap naar de vuurtoren en de Boulevard voor het geval u een kleinere ronde maakt.
We slenteren verder door de Parallelweg en door leuke oude straatjes als de Bergstraat en de Vinkenbuurt. Het waren levendige buurtjes waar lief en leed werd gedeeld en waar de bewoners buurtfeesten hielden op straat met veel accordeonmuziek. We dalen af naar de Noorderstraat en lopen richting de oud-katholieke kerk. Het niveauverschil komt doordat Egmond een duindorp is en de kromme straatjes breken de zeewind. De huisjes zijn nog steeds geliefd om in te wonen, maar de huizenprijzen zijn wel akelig hoog voor jonge Egmonders.
Winkeltjes in Egmond
Weduwen van vissers begonnen vroeger een eigen nerinkje en aan sommige huisjes is nog te zien dat het winkeltjes zijn geweest. Namen als Sientje Pek, Annie Eeltink, Anna Belleman, Annie Genet en Schone Lena zijn nog niet vergeten. Bij verbouw en nieuwbouw heeft men in deze buurten vaak wel rekening gehouden met de stijl van wat er stond. U zou het hier eens moeten zien in de winter in de schemering, als de vuurtoren haar licht over de huisjes laat schijnen. Of als het sneeuwt…
Vissershuisjes
Vanaf het voorplein van de O.K. kerk (zie het volgende hoofdstukje) steken we de Voorstraat over, gaan we een stukje Oostelijk en gaan we rechtsaf de Schoolstraat in. Op de nummers 3 – 9 staan nog een paar gave vissershuisjes van omstreeks 1900. Ze zijn bewoond en dus niet te bezoeken. De woninkjes zijn zo laag, dat je de dakgoot kan aanraken. Aan de achterkant zijn wel dakkapellen aangebracht. Egmond aan Zee is een echt dak kapelletjesdorp. De huisjes hebben de tijd doorstaan doordat eigenaars van enkele panden weigerden hun onbewoonbaar verklaarde woning te verlaten. Het kan verkeren, want nu zijn het gemeentelijke monumenten.
Aan het einde van de Schoolstraat gaan we rechtsaf en zien we weldra het museum. Tegenover het museum is ook nog zo’n (bewoond) vissershuisje. Een voordeur heeft het niet, de achterdeur komt uit op het binnenplaatsje. Dat was de plek waar de vis werd schoongemaakt, waar de scharretjes te drogen hingen en waar de mesthoop was van menselijke resten, afgedekt met helmgras. Geen halletje, maar hooguit een ‘klompenhossie’, net als de schutting, van strandhout gemaakt.
Hoe past een groot gezin in zo’n huisje? Nou, gewoon, een bedstee in de kamer voor pa, moe en de jongste kindjes en de rest sliep op het zoldertje, bij gebrek aan stromatrassen desnoods op de netten. Vader was vaak van huis en de jongens gingen toch al vroeg naar zee, dat scheelde ook ruimte. Nog lang waren de steegjes van wit zand
Pompplein (Horecaplein)
De pomp. Water putten bij de pomp en onder elkaar de laatste dorpsnieuwtjes uitwisselen. Zo moet het eeuwen lang zijn gegaan bij de pomp op het Pompplein. De pomp die er nu staat dateert uit eind 1800 en heeft oorspronkelijk in het Friese Workum gestaan en is jammer genoeg niet meer in werking.
Het is nu een vrijplaats om een ijsje te eten, of je meegebrachte flesje drinken of om alleen maar wat te kijken naar het altijd boeiende leven in dit zeedorp. Richting de zee heeft het wegdek een golvende bestrating, niet oud, maar wel apart. Die blauwe stenen vind je vrijwel alleen in kustplaatsen want vroeger werden ze gebruikt als ballast in schepen.
De dorpskern, waar rond 1600 de in de Noorderstraat de noordgrens wordt aangegeven en de Zuiderstraat de zuidgrens aangeeft daar, ligt het Pompplein midden in het dorp. Op de plek van Paal 38 heeft het voormalige koloniehuis Sint-Antonius gestaan en op de hoek van de Zuiderstraat een statig gebouw dat in 1851 als oud-katholieke kerk dient en daarna heel lang als postkantoor.)
Pompplein 3 (verhaal van mezelf)
De websitebeheerder en bedenker van Egmondonline (Erik Reemst) is met enige trots geboren op Pompplein 3 wat nu een Pizzeria van de familie Alecci is maar door zijn ouders Wil en Willem Reemst werd gebruikt als Slijterij “de Pomp” (1967 t/m 1978), Drankengroothandel “Roodhart” (1967 tot en met 1978) en later Café Bar “het Vaatje” (1972 tot en met 1978) Wat nu Café bar “t Swintje” is. Later verhuisde zij naar de voorstraat (Dec. 1975) in het pand van Teijsen de lijstenmakerij en galanteriewinkel. Waar nu slijterij Meijer in is gevestigd.
Wateroverlast in het centrum en het Pompplein
Het was een wat rommelig, maar wel gezellig plein met verhogingen waar kinderen heel zoet mee waren en bankjes, omgeven door cafés, terrasjes, eettentjes en winkels. Van hieruit kon je de zee zien, horen en ruiken en de vuurtoren is vlakbij. Tegen de wateroverlast is tegenwoordig een ondergronds waterbassin gemaakt waar voor in de voorstraat waar eerst de eendenvijver was. Het plein is nu anno 2011 wederom zonder verhogingen en vlak de Pomp werd in ere hersteld en werkt weer, op het plein zijn nu heerlijke grote banken geplaatst.