De huizenprijs zal in 2023 met 2,5 procent dalen, voorspelt ABN AMRO. De huizenmarkt koelt af door een daling van de koopkracht, de hogere hypotheekrente en de economische teruggang.
“Er worden steeds minder woningen gekocht, terwijl er steeds meer te koop staan. We verwachten een verdere daling van de huizenprijzen met 2,5% in 2023”, aldus Philip Bokeloh, senior econoom bij het Economisch Bureau van ABN AMRO, in de nieuwste woningmarktmonitor van ABN AMRO.
Dalende huizenprijzen
Eerder ging de bank nog uit van een stijging van de huizenprijs met 2,5 procent voor volgend jaar. ‘Er is een omslag zichtbaar op de woningmarkt’, zegt Philip Bokeloh. ‘Het aantal woningaankopen daalt, er staan meer woningen te koop en alles wijst erop dat de huizenprijzen, na jaren van ongekende prijsstijgingen, volgend jaar gaan dalen.’ De meest recente NVM-prijscijfers lieten een sterke daling zien in het derde kwartaal. De makelaarsvereniging NVM geeft aan dat de prijzen 5,8% lager waren dan die van het kwartaal daarvoor.
Huizenkopers kunnen minder lenen
De stijging van de energie- en voedselprijzen heeft ook invloed op het bedrag dat maximaal geleend mag worden voor een hypotheek. Gezinnen houden hierdoor namelijk minder geld over aan het einde van de maand om de maandlasten van hun hypotheek te kunnen betalen. Dit zal waarschijnlijk de Nibud-leennormen verlagen, waardoor er op basis van het inkomen minder geleend kan worden. Bij het berekenen van de maximale hypotheek wordt onder andere gekeken naar de hypotheekrente. Hoe hoger deze is, hoe lager de maximale hypotheek zal zijn. Kopers kunnen vanwege de stijgende hypotheekrentes daarom dus minder lenen.
Hypotheekrente stijgt nauwelijks meer verder
Waar de hypotheekrente in het verleden aanzienlijk steeg bij financiële crisissen is dat bij de huidige economische recessie niet het geval omdat deze nauwelijks impact heeft op de woningmarkt. Dat wordt veroorzaakt door de nog steeds historisch lage hypotheekrente waarvan ABN AMRO verwacht wordt dat deze niet veel verder meer zal stijgen. Daarnaast is de woonvoorkeur vanwege het thuiswerken toegenomen, wat samen met het woningtekort ervoor zal zorgen dat de huizenprijzen niet veel zullen dalen. Ook zorgen de krappe arbeidsmarkt, lage werkloosheid en de overheidshulp om energiekosten te besparen ervoor dat gezinnen weerbaar zijn.