De Wimmenumer Molen

De Wimmenumer Molen

De Wimmenumer Molen is een binnenkruier die in 1774 is gebouwd en een achtkantige vorm heeft. Hij werd gebruikt om de 85 hectare grote Wimmenummerpolder te bemalen, gelegen tussen de gronden die omgeven zijn door de Krommedijk en het vroegere onbedijkte Egmonder- en Bergermeer.

De bemaling van de polder is waarschijnlijk rond het midden van de 16e eeuw ingevoerd, rond de tijd dat deze meren werden drooggemalen in 1565. Een kaart uit 1574, waarschijnlijk herwerkt in 1642, toont op de locatie van de huidige molen een wipmolen, in tegenstelling tot de naburige molens die als bovenkruiers worden aangegeven. Dit wordt bevestigd door onderhoudsrekeningen uit 1722 en 1732. Deze wipmolen werd in 1773 verwoest door een zomerstorm en vervangen door de huidige achtkante molen.

De molen bleef in gebruik tot 1951, toen hij werd vervangen door een klein elektrisch vijzelgemaal. In 1953 werd de leegstaande molen verhuurd door P.Th. Zwijnenberg uit Amsterdam en twee jaar later aangekocht. Na jaren als zomer- en weekendverblijf te zijn gebruikt, werd de molen in 1967 volledig gerestaureerd voor maalvaardigheid.

Wimmenumer of Wimmenummer 

Nu nog steeds dient de molen als vakantiehuis, maar sinds 1967 wordt hij door de eigenaar frequent in gebruik genomen. Er is onzekerheid over de spelling van Wimmenumer of Wimmenummer (met 1 of 2 m’s aan het eind). Volgens de bestaande spellingregels moet de molen worden geschreven als Wimmenumermolen (evenals Jelsumer, Dokkumer, etc.). Maar de officieel vastgestelde naam van de polder is Wimmenummerpolder met 2 m’s.

Over de molen

Inrichting: Scheprad
Aandrijving: Wind
Overbrengingsverhouding: 1 : 0,72
Specificaties: Scheprad: diam.: 4,48 m, breedte: 30 cm.; Opvoerhoogte 0,4 – 1,2 m
Wateras: Hout

Nutsvoorzieningen – Elektriciteit

  • In 1950 werd vanaf een transformatorstation een bovengronds elektriciteitsnet aangelegd naar de molen, waarbij de polder een bijdrage moest leveren aan het Provinciaal Elektriciteits Net (PEN).
  • In 1951 brandde voor het eerst elektrisch licht in de molen en in 1959 werd licht aangelegd in de schuur en toilet.
  • In 1968 werd een 3-fasen aansluiting aangelegd en elektrische plintverwarming geïnstalleerd en in 1970 werden de ouderwetse straalkacheltjes vervangen door paneelradiatoren.
  • In 1983 werd het distributienet ondergronds gemaakt en werden de elektriciteitspalen verwijderd, 
Molen met en zonder elektrapalen 1983

Over het gemaal

Het polderbestuur was al bezig met verbetering van bemaling sinds 1930. Machinefabriek W. Hubert in Sneek kreeg op 10 december 1949 een opdracht om een dieselgemaal te bouwen met een capaciteit van 12 m3/min. Er werd overwogen om een elektrische bemaling te gebruiken, maar dit was technisch nog niet mogelijk.

In 1950 veranderde het standpunt van het PEN en kon er een elektrisch vijzelgemaal worden gebouwd. Op 15 mei 1951 werd W. Moejes verzocht om contact op te nemen met de voorzitter voordat hij begon met de bouw van het vijzelgemaal. Uiteindelijk kreeg de Wimmenummerpolder een elektrisch vijzelgemaal. 

De Burgemeester van Bergen opende het gemaal op 29 augustus 1951, wat opmerkelijk is omdat het destijds nog deel uitmaakte van de gemeente Egmond-Binnen. Het kostte uiteindelijk 9510,68 gulden en moest handmatig worden bediend. Om de motor aan te zetten, was het noodzakelijk om een hoofdschakelaar over te halen, een knop in te drukken en vervolgens de motor op toeren te brengen met een ster-driehoekschakelaar. Er was een vlotter die de motor kon uitschakelen bij het gewenste peil, maar deze bleek onbetrouwbaar en werd na enige tijd vervangen. Daardoor moest de machinist de motor handmatig uitschakelen.

Jan Blom was de eerste machinist, gevolgd door Klaas van de Oord en verder door zijn broer Piet, Cor Bras en uiteindelijk Cees van der Oord. Vanaf 1 januari 1990 werd het werk overgenomen door het Lange Rond Rayonbeheer, eerst geleid door Cor Roelofsen en later door Jan Gootjes vanaf 1 januari 1996.

Volgens de boekhouding had het gemaal een capaciteit van 12 m3/min, maar metingen in 1984 wezen uit dat dit eigenlijk 14 m3/min was. Bij een hogere waterstand nam echter de capaciteit af, in tegenstelling tot een scheprad waarbij de capaciteit toenam bij een hoger waterpeil. Verschillende keren is vastgesteld dat bij hogere waterstanden (-0,90 m NAP en hoger) de capaciteit van de molen die van het gemaal overtrof.

Constructietekening van De Wimmenumer

In 1974 maakte technisch tekenaar Hein Rabe een prachtige perspectieftekening van De Wimmenumer. Rabe is zelf, maar tweemaal op de molen geweest, en tekende verder alles aan de hand van schetsjes en maten die ik hem gaf.

De oudst bekende foto van de Wimmenumermolen is van 1929

De oudst bekende foto van de Wimmenumermolen is van 1929:

Fotos van op internet verzamelde afbeeldingen

wilt u dat een foto wordt verwijderd, meld het a.u.b dan even.

Regenputten

De molen heeft aan vier velden een houten regengoot. Het regenwater van de molen liep vroeger naar de nog aanwezige stenen put op het erf. Het is een betonnen ring met een bolle betonnen deksel. Waarschijnlijk is deze put uit 1933. In dat jaar schrijft molenmaker W.Moejes namelijk aan poldervoorzitter N.Meijne dat hij “een best eiken wijnvat van 700 liter te koop wist voor 16,50, op de wage te Alkmaar”, terwijl een betonnen ring met vervoer naar het molenerf van 700 liter 50,00 zou kosten en een ring van 1000 liter 60,-. Het is dus een betonnen ring geworden.

Mijn vader hoorde eens van een vroegere molenbewoonster dat het water uit deze put helemaal bruin zag! Geen wonder als je weet dat de rietdekker bij reparaties zijn bosjes riet eerst in een emmer met koemest duwt! Lekker, dat werd vroeger gedronken!

Toen wij in 1962 waterleiding kregen is dit een beerput geworden; de wc in de molen mondt er op uit. Het regenwater van de molen wordt nu direct afgevoerd naar de sloot.

Het vierkante gat bovenin is met een stenen tegel met cement afgesloten om stankoverlast te voorkomen. De beerput verkeert in optimaal biologisch evenwicht; hij is sinds 1962 nog nóóit geleegd behoeven te worden! Wel was een keer bovenop een harde plak ontstaan waardoor de wc niet meer doorliep. Die plak is toen met een stok kapot gestoten en we hebben er (gedroogde) bacteriën in gedaan. Sindsdien werkt alles weer perfect. En ik weet nu: mocht het biologisch evenwicht ooit weer eens verstoord geraken, dan doet het doorspoelen van een dood vogeltje door de wc wonderen! En verder niet te veel chemische schoonmaakmiddelen door de wc-pot gooien!

Als de put ’s zomers bijna leeg was kroop mijn vader erin, en maakte hij hem van binnen helemaal schoon. Op de foto (maart 1954) laat mijn broer Peter hem aan een touw zakken. Later liet mijn vader speciaal hiervoor een smal laddertje maken waarmee hij in de put kon afdalen. In augustus 1959 (een hele mooie droge zomer) was de put leeg. Ad en Jack Helder zijn toen met een paard en wagen met 16 melkbussen vol leidingwater van de kaasfabriek aan de Hoeverweg via het land van Cor Meijne naar de schuur gereden, en hebben de put daarmee gevuld. De put wordt nu niet meer gebruikt, is leeg (afgezien van wat grondwater) en het regenwater van de schuur loopt rechtstreeks naar de sloot.

Contactinformatie

De Wimmenumermolen is gebouwd in 1774 en is op afspraak te bezoeken.

Facebook: https://www.facebook.com/Wimmenumermolen-548228941921090

Website: http://www.wimmenumer.nl/

Adres: Krommedijk 2, 1934 PP, Noord-Holland
 
Open op afspraak: Ja
Open voor publiek: Ja
Openingstijden: op afspraak
Schoolbezoek mogelijk: Nee

Eigenaar: Eric Zwijnenberg

(Heiloo, 1 mei 1946) is een Nederlands fysicus en vrijwillig molenaar.

In 1997 werd Zwijnenberg benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. In 2016 werd hij onderscheiden met een Zilveren Anjer voor zijn jarenlange inspanningen ten behoeve van het molenbehoud in Nederland in het algemeen en in Noord-Holland in het bijzonder.

Email: [email protected]

Eric Zwijnenberg, 2019