Vuurtorens spreken tot de verbeelding

Vuurtorens spreken tot de verbeelding en overal ter wereld zijn plaatsen met een vuurtoren een beetje bijzonder. De Egmonders, en velen met hen, houden intens van ‘hun’ toren die het aanzien van het dorp bepaalt. In vele huizen van de Egmonder, hier of elders, hangt ‘de toren’ aan de muur. Het licht van de ‘Jan van Speyk’ is op 37 meter boven de zeespiegel en de lichtkarakteristiek die in de handboeken voor de scheepvaart staat, is vijf seconden aan en vijf seconden uit.

Het is misschien wel het meest gefotografeerde en geschilderde bouwwerk uit de wijde omgeving. In vroeger jaren heeft de toren verschillende gedaantes gehad en daar zijn heel wat afbeeldingen van. Op alle uren van de dag en bij elke weesomstandigheid steekt de fraaie witte toren op een andere wijze af tegen de hemel. Bij schemer en donker valt het schijnsel van de trouwe wachter over het dorp.




Vuurtorenwachters.

Het zware beroep van bakenstoker, lichtwachter, kustwachter of vuurtorenwachter is in Egmond aan Zee eeuwen lang uitgeoefend. Oorspronkelijk moeten zij ’s nachts hoog op ‘vierboeten’ de vuren brandend houden om terugkerende vissers de weg te wijzen. Daar komt veel gesjouw met hout en later steenkool aan te pas. In 1835 hebben de nieuwe vuurtorens een lenzensysteem en de lamp brandt op olie, wat betekent dat een van de twee dienstdoende torenwachters voortdurend bezig is om de lenzen en de ramen vrij van roet te houden.

Met de komst van de elektriciteit in 1922, wordt de toren aangepast en ook vervangt men de rechthoekige ramen door ronde. Vanaf 1949 zit de kustwacht in een huisje op het vuurtorenduin. Bij donker en bij storm ook overdag, zit de man op zijn post en moet wakker zien te blijven terwijl er maar zelden iets gebeurt.

Hedendaagse functie

Door de komst van satellietnavigatie doofden vanaf 1980 vele vuurtorens en alle lichtschepen hun lichten. De digitale taken van de kustwacht bij Egmond werden door een centrale, landelijke kustwacht overgenomen. Na een reorganisatie konden radarposten in Den Helder en IJmuiden de hele kust van Noord-Holland bestrijken, waardoor visuele waarneming overbodig werd.  Bert de Boer, die in 1978 als lichtwachter in dienst gekomen was, werd objectbeheerder tot 1990.

De toren wordt nog steeds gebruikt als herkenningspunt en controle voor de plaatsbepalingsapparatuur aan boord van schepen en is zeker voor de recreatievaart, die vaak zonder ultramodern navigatiesysteem werkt, onmisbaar. De KNRM gebruikt de toren bij acties en oefeningen.  Rijkswaterstaat kan met de op de toren geplaatste camera’s zandsuppletie voor de kust in de gaten houden.

In Egmond aan Zee staan , na een onderbreking van 1 jaar, weer enkele gedichtenbordjes van plexiglas aan een gedeelte van de boulevard en een op het uitkijkduin achter de vuurtoren. In het kader van 175 jaar vuurtoren-monument van Speijk , heeft de Literaire Werkgroep Egmond gedichten geselecteerd waarin vaak een knipoog zit naar de romantische lofzang op de zee. Zeven gedichten met uitzicht op zee en de vuurtoren zijn een wandelingetje waard.

Restauratie 2019

In 2019 is de Vuurtoren van Egmond aan Zee weer helemaal gerestaureerd en hij staat er weer prachtig bij.

Geschiedenis van de vuurtoren

(Bron: Museum van Egmond)

De Zuidertoren kreeg vier verdiepingen. Doordat deze op de plaats van de oude vuurbaak werd neergezet, werd dit de hoogst gelegen vuurtoren. Teunis Planteydt, de vierjarige zoon van reder Cornelis Planteydt, legde op 8 mei de eerste steen.

Nationaal gedenkteken. 1838
Architect Jan David Zocher senior kreeg de opdracht van een bestaand bouwwerk (Noordertoren) een gedenkteken te creëren. Door de ramen aan de voorkant weg te halen en de gladde schacht alleen door een enkele versiering reliëf te geven, probeerde hij een eenheid tussen de toren (gedenknaald) en basis (graftombe) te scheppen.
De gemetselde sarcofaag werd met Bremer hardstenen platen bekleed.. De lantaarn hield zijn oorspronkelijke vorm, al werden de acht ribben hiervan
halfronde ijzeren kolommen.

Het meer dan levensgrote beeld van een leeuw, ontworpen door beeldhouwer Louis Royer, werd in augustus 1841 op het basement geplaatst.  (Ik doe een foto van de leeuw gemaakt door Cootje Bronner erbij.

Verbouwingen
De Zuidertoren werd in 1919 voor f. 275,- verkocht en daarna afgebroken.

Verbouwing 1922
Eerst werd de top van de toren gesloopt. Daarna werd de toren met anderhalve meter verlengd. De houten trappen werden door een ijzeren wenteltrap vervangen. De houten verdiepingen werden veranderd in stenen ruimten. Voor de vierkante ramen kwamen ronde in de plaats. Tot slot werd de toren gestukadoord en op het elektriciteitsnet aangesloten. Het wit groep-onderbroken licht kon 1000 uur branden.
De noodverlichting werkte op gas.

In 1967 wordt de toren Rijksmonument
Bij de verbouwing in 1968 werd de kop opgetild, de oude omloop weggehaald en de nieuwe uitkijkpost, ontworpen door F. de Ruijter er tussen gevoegd. De schuinstaande ramen vormden een opvallend detail. De komst van radar maakte het overbodig dat de lichtkoepel voor de navigatie van vliegtuigen van glas moest zijn. Het dak werd voorzien van een nieuwe bekleding met koperen platen. De windwijzer werd hersteld.

De Noordertoren werd met 6 verdiepingen de hoogste toren.

De vorm van beide bakstenen torens werd hetzelfde. Een ronde gladde pilaar, die naar boven toe smaller werd, met een bovenplaat die voorzien was van tandlijsten. Daar weer boven kwam het lichthuis met omloop en balustrade. De hardstenen vloeren lagen op ijzeren balken en iedere verdieping had een raam, dat boogvormig was en in zessen gedeeld. De flauw gebogen steektrappen hadden een leuning aan de binnenkant.  In beide torens kwamen Fresnellichten met een diameter van 1 El (meter).  Het werk werd in 1834 voltooid.

Noordertoren wordt monument

Op 5 augustus 1831 liet luitenant ter zee Jan Carel Josephus van Speyk zijn kanonneerboot in België de lucht in vliegen. Met hem vonden 25 bemanningsleden en een aantal Belgen de dood.
Op 11 februari kondigde koning Willem I af dat voortaan altijd de Nederlandse Marine een schip in de vaart moet hebben dat de naam J.C.J. Van Speyk draagt.
Het bestuur van Collegie Zeemanshoop bracht f. 30.000 bijeen, zodat een monument opgericht kon worden. Ter financiering van dit monument werd een loterij georganiseerd. Pas op 15 december 1834 werd de Noordertoren omgebouwd tot Van Speykmonument.

Toekomstwaarde

Monumentenstatus:
Rijksmonument sinds 1967, nr. 14590

Eigenaar en beheerder:
Rijkswaterstaat is eigenaar en verantwoordelijk voor het onderhoud van de toren.

Huidig belang voor de scheepvaart:
De vuurtoren functioneert nog steeds als verkenningslicht en sectorlicht.

Alternatief gebruik van het object en toegankelijkheid:
De vuurtoren is niet meer officieel bemand. Vrijwilligers van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) stellen de vuurtoren in de maanden juli en augustus

op vrijdag en daarnaast op bijzondere dagen open voor publiek. Ze geven ook rondleidingen op verzoek. De KNRM gebruikt de toren ook bij reddingsacties en oefeningen. Rijkswaterstaat kan met de op de toren geplaatste camera’s zandbewegingen voor de kust in de gaten houden.

Binding met de lokale bevolking:

De Egmonders (‘Derpers’) houden intens van hun toren, die het aanzien van het dorp bepaalt. In vele huizen van Egmonders hangt een afbeelding van de toren aan de muur. Het is misschien wel het meest gefotografeerde en geschilderde bouwwerk uit de wijde omgeving.

Het 175-jarig bestaan van de vuurtoren in 2009 werd uitgebreid gevierd. Ter gelegenheid van dit jubileum hebben lokale partijen, gefinancierd met sponsorgeld, een installatie aangebracht om de vuurtoren van onderen aan de buitenkant te verlichten. In 2016 was deze installatie aan onderhoud toe en wederom hebben diverse lokale instanties, waaronder de dorpsbelangenvereniging, zich ingespannen om het benodigde geld bijeen te brengen.